Русско-голландский словарь ХАЛЯВА халя́ва f barg. 1 grátis diensten/góederen не жизнь́ - халя́ва — het is een luizenleventje; на́ халя́ву — voor niets/nóppes, grátis en voor niets, op ándermans kósten (z. láten fêtéren als smeergeld) ● 2 een eitje, een fluitje van een cent