Русско-голландский словарь УБЕДИТЬСЯ убеди́ться ( pf ; isg. ?; if убежда́ться; в [6]) z. overtúigen, z. vergewíssen, z. verzékeren (van); tot het inzicht/de overtúiging kómen убеди́ться в [6] на своём го́рьком о́пыте — bittere ondervindingen ópdoen met iets