f
1 gras het
как трава́/трава́-траво́й ( v.
ти́ше воды́, ни́же травы́ — geen vlieg kwaad doen;
морска́я́ трава́ — zéegras het (als
траво́й поросло́́ — vergéven en vergéten;
хоть трава́ не расти́́ [3] Spreek. — niet warm of koud wórden van iets, iem. een zorg zijn;
●
2 kruid het
богородская́ трава́
лека́рственные/лече́бные́ тра́вы — geneeskrachtige krúiden;
насто́й́ из трав — kruidenaftreksel het , krúidendrank;
со́рная́ трава́ — onkruid het ;
●
3