Начните вводить слово:
Русско-голландский словарь
рога́тка
f
1 mil. (méestal pl. ) Spaanse/Friese rúiter;
( ovdr. ) obstákel het , barrière
рога́тки зако́на — wettelijke beletselen;
ста́вить́ рога́тки [3] — iem. een spaak in het wiel stéken;
рога́тки цензу́ры́ — de obstakels van de censúur
●
2 gevorkte stok, vork
3 (spéelgoed) kátapult
4 agr. halsring (voor vee)
5 (strajwerktuig) geselring, geselkraag (om iem.s nek, met scherpe púnten)
6 ( an. ) zoöl. boomkikker