DRAAIEN: значение слова

dráaien
I tr. (naar links etc. , sléutel) поверну́ть; ( sigarét; naar links etc. ) сверну́ть; ( sigarét ) скрути́ть, крути́ть if верте́ть if ; ( om as ) враща́ть if крути́ть/закрути́ть; ( een tel. númmer ) набра́ть; ( krúllen ) зави́ть; Spreek. накрути́ть; ( pillen ) ската́ть; ( film ) показа́ть; Spreek. прокрути́ть
een pláatje dráaien — проигра́ть пласти́нку; Spreek. прокрути́ть пласти́нку;
dráaien a ań (slínger, snor, rol) — крути́ть/закрути́ть [4];
bínnenste búiten dráaień — вы́вернуть наизна́нку;
dráaien door (geháktmolen e.d. ) — проверну́ть че́рез [4];
in elkáar dráaien ( v. touw e.d. ) — свить, скрути́ть
●
II intr. (naar links etc. , wind, z. , op een andere zij) пове́рнуться; ( om as ) враща́ться if крути́ться if ; ( v. wiel, voor spíegel, op stoel ) верте́ться if крути́ться if ; ( bij dánsen ) кружи́ться if ; ( v. bedrijf ) рабо́тать if
welke 61 — т draait er in de bioscóop? что идёт в кинотеа́тре?;
aan bet dráaien bréngen (wiel e.d. ) Spreek. — раскрути́ть;
gaan dráaien — раскрути́ться;
láten dráaien (wiel e.d. ) Spreek. — раскрути́ть;
álles draait mij — у меня́ голова́ идёт круто́м;
mijn hoofd draait mij — у меня́ кру́жится голова́;
líggen te dráaien Spreek. — воро́чаться if с боку́ на бок;
zítten te dráaien ( v. iem. op stoel e.d. ) Spreek. — ёрзать if ;
zit niet te…