экску́рсия f 1 excúrsie, tóchtje het , trip, úitstapje het экску́рсия по [3] — róndleiding door/op/óver; пое́хать́ на экску́рсию — op excúrsie gaan; экску́рсия на самолёте́ — vlíegtochtje het ; соверши́ть экску́рсию по го́роду — een stadstour máken; шко́льная экску́рсия — schóolreis, schóolreisje het ● 2 groep van deelnemers aan een excúrsie