Русско-голландский словарь ХАЛТУРА халту́ра f Stijl. 1 knoeiwerk het , prútswerk het , geknoei het , geprúts het , beunhazeríj, knútselwerk het халту́ру гнать́ — prútsen, knóeien, knóeiwerk léveren, béunhazen ● 2 bíjbaantje het , schnábbel, beunhazeríj, zwart werk het