ука́з m beslúit het , decreet het , verórdening ( v. regéring e.d. ); oekáze ука́з мини́стра/министе́рства́ — ministeriële beschíkking; муниципа́льный́ ука́з — geméenteverordening; по ука́зу [2] — bij beschíkking van [regéring]; ука́з прави́тельства́ — regéringsbesluit het ты мне не/что за́ ука́з ! Stijl. jij hebt mij de wet niet voor te schríjven!