Русско-голландский словарь УДАЧА уда́ча f geluk het , succés het , vóorspoed, wélslagen het , bof ( Spreek. ), méevaller, méevallertje het ( Spreek. ) уда́чи! — veel succes! (bij examen e.d. ); жела́ть́ [3] уда́чи — iem. stérkte/succes wénsen