трущо́ба
f
1 ( v. dichtbegróeid gebied ) wíldernis, kreupelbosje het
2 (godvergéten) úithoek, rímboe, gat het
3 krot het , bóuwval
4 áchterbuurt, bidonvílle, gríbus, slop het
городски́е трущо́бы — slóppenwijk(en), de sloppen, króttenbuurt, slóppenbuurt