( if )
1 wérken
труди́ться в по́те́ лица́ — wérken
in het zweet zijns aanschijns;
труди́ться не поклада́я рук — onvermóeibaar/stug doorwérken, plóeteren, slóven
●
2 ((над [5])) (veel) móeite doen, hard wérken (aan), z'nbest doen (op), z. ínspannen (voor), blókken (op), iets voor elkáar probéren te kríjgen
мо́жешь не труди́ться ( ir. ) — je kunt je de móeite bespáren!;