те́сто
n
1 (voor brood, taart e.d. ) deeg het ;
(voor pannenkoeken, cake e.d. ) beslag het
те́сто для́ ке́кса — cákebeslag het ;
из друго́го/ра́зного те́ста Spreek. ( ovdr. ) — van een (gehéel) ánder soort, uit ánder hout gesneden;
они́ из одного́ те́ста (сде́ланы) Spreek. — zij zijn van hetzélfde slag/uit hetzélfde hout gesneden/met hetzélfde sop overgoten;
из песо́чного/ … те́ста — van zándgebak/ … (gemáakt);
сдо́бное́ те́сто — kóekdeeg het ;
слоёное́ те́сто — bláderdeeg het
●
2 spécie, mórtel
бето́нное́ те́сто — betonspecie, betonmortel