СУДЬБА: значение слова

судьба́
f
1 lot ^het , noodlot ^het ;
fortuin ^het
благодари́ть́ судьбу́ за [4] — het lot dánkbaar zijn om/voor;
во́лею́ суде́б ☺ — door een spéling van het lot;
жа́ловаться́ на свою́ судьбу́ — z'n lot beklágen;
игра́́ судьбы́ — spéling van het lot;
игру́шка́ в рука́х судьбы́ — spéelbal van de fortúin;
каки́ми́ су́дьбами! Spreek. ( — bij onverwachte ontmoeting) hoe kom jij hier?, wat een tóeval!;
найти́́ свою́ судьбу́ — z'n noodlot niet ontlópen;
перст́ судьбы́ — de hand van het lot;
покори́ться́ судьбе́ — z. aan het noodlot onderwérpen;
предоста́вить́ [4] свое́й судьбе́ — iem. aan z'n lot óverlaten;
распоряжа́ться судьбо́й [2] — óver het lot van iem. beschíkken;
уда́ры́ судьбы́ — tegenslagen;
от (свое́й) судьбы́ не уйдёшь́ ( gez. ) — je lot ontloop je niet
●
2 levensverhaal ^het , lótgevallen
раздели́ть чью-нибу́дь судьбу́ с [5] — iem.s lot délen;
связа́ть́ свою́ судьбу́ с [5] — z'n lot verbínden met;
устро́ить́ свою́ судьбу́ — éigen léven ópbouwen;
су́дьбы челове́чества́ — het lot der ménsheid
●
3 (als pred. ) beschóren
мне не судьба́ … — het is mij niet beschóren (om) te …