субъе́кт m 1 log./ ling. subjéct het 2 (( an. )) fil. / jur. subjéct het 3 ( an. ) sujet het , persóon, type het , dúister individu het , vent подозри́тельный́ субъе́кт ( pej. ) — vréemde snóeshaan; он стра́нный́ субъе́кт — hij is een rare kwíbus