СПАСИБО: значение слова

Начните вводить слово:
Нажмите сюда, чтобы развернуть список словарей

Русско-голландский словарь

СПАСИБО

спаси́бо
I ( prt. )
1 bedankt, mercí;
dankjewel, dank u wel;
( ir. ) daar bedank ik voor;
(als antwoord op úitnodiging ook) nee bedankt
большо́е́ (вам) спаси́бо ! — hártelijk bedankt!, dank u zeer/vríendelijk!: ( ir. ) dank je féestelijk/stíchtelijk!;
спаси́бо за [4] — bedankt voor;
и на́ том спаси́бо Spreek. ( — als men maar een deel v.h. gevraagde vindt) dat is tenmínste iets;
некраси́во,́ да спаси́бо Stijl. — lélijk maar hándig

2 godzijdank
II ( pred. ; [3]) we moesten/ mógen … dánkbaar zijn
III
n
Spreek. bedánkje
сде́лать [4] за спаси́бо — iets voor niets doen;
спасиба в карма́н́ не поло́жишь ' — bedankt', wat heb ik dáaraan;
(и) спаси́ба не сказа́л́ — hij zei zelfs geen dankjewel. er kon geen bedánkje af;
из спаси́ба шу́бы́ не сошьёшь ' — bedankt', wat heb ik daar aan