m róebel бить́ рублём по карма́ну — in z'n portemonnée tréffen; дли́нный́ рубль Spreek. — gemakkelijke verdiensten; гна́ться за дли́нным рублём Spreek. — op gemakkelijke verdiensten uit zijn, op het gróte geld uit zijn; как рублём подари́ть́ [4] — iem. gelúkkig máken, een plezier doen