m ( alg. / muz. / lit. ) ritme het ; ( muz. / poët. /dans.) cadáns в ри́тме ва́льса — op de maten van een wals; ритм дыха́ния́ — ademhalingsritme het ; жи́зненный́ ритм — lévensritme het ; ритм жи́зни́ — levensritme het ; отбива́ть́ ного́й ритм — het ritme méetikken (met voet); попа́сть́ в ритм — in het ritme kómen; ритм рабо́ты́ — werkritme het ; улови́ть ритм́ — het ritme te pákken kríjgen; сби́ться́ с ри́тма — uit het ritme ráken; ритм се́рдца́ — hartritme het ; чу́вство́ ри́тма — ritmegevoel het