ПУХ: значение слова

Начните вводить слово:
Нажмите сюда, чтобы развернуть список словарей

Русско-голландский словарь

ПУХ

m
dons het
пусть земля́́ ему́ бу́дет пу́хом — moge hij rusten in vréde;
лебя́жий́ пух — zwanendons het ;
мя́гкий́ как пух — zacht als dons;
ни пу́ха ни пера́!́ Spreek. — ik zal voor je dúimen!;
( — toewensing) succes!, stérkte!, toi-toi-toi!;
пух на пе́рсиках́ — het dons van perziken;
проигра́ться в пух и (в) прах́ Spreek. — z. arm spélen, blut zijn (door spel);
разнести́ в пух и прах Spreek. — úitkafferen;
kort en klein slaan, in de pan hákken;
разби́ть в пух и (в) прах́ Spreek. — aan flarden/stukken bréken, helemaál kapót máken;
( ovdr. ) [ — tégenstander; argumenten, theoríe] vermórzelen;
[tégenstander] verplétterend versláan, vlóeren, in de pan hákken, aan/in mootjes hákken;
schaak, iem. van het bord végen;
разруга́ться в пух и прах Spreek. — slaande rúzie hébben/kríjgen;
раскритикова́ть [4] в пух и прах Spreek. [ — boek, artikel e.d. ] kráken;
geen draad aan iem. heel láten, geen haar heel láten aan iets/iem., niets heel láten van iets/iem., geen spaan heel láten van iets/ iem. ( ovdr. ), — in de grond tráppen (met kritíek);
раз оде́ться/разряди́ться́ в пух Spreek. ( ir. ) — z. op z'n paasbest úitdossen, píekfijn gekléed zijn;
разоде́тый в пух Spreek. — op z'n mooist gekléed;
пух на щека́х́ — het dons der wangen