ПРОПАСТЬ: значение слова

Начните вводить слово:
Нажмите сюда, чтобы развернуть список словарей

Русско-голландский словарь

ПРОПАСТЬ

про́пасть
f
1 áfgrond, ravijn het ;
( lett. / ovdr. ) kloof
на кра́ю́ про́пасти — op de rand van de áfgrond;
про́пасть ме́жду поколе́ниями́ — generátiekloof;
скати́ться́ в про́пасть ( lett. / ovdr. ) — in de áfgrond belánden

2 Spreek. bénde, mássa, boel
[2] до́ про́пасти — mássa's …;
чёртова́ про́пасть (де́нег/,..) — een bénde geld/ …
▱ тьфу́ (ты), про́пасть ! Stijl. verdúiveld nog aan toe! ●
пропа́сть ( pf 7b(д); if пропада́ть: intr. )
1 (spóorloos)
verdwíjnen, zóekraken, kwíjtraken, wégraken;
(tv-beeld, geluid) wégvallen
куда́ же он пропа́л — waar zit hij toch?, waar hangt hij toch uit?;
куда́ пропа́ла кни́га? — waar is het boek gebleven?, waar is het boek beland?;
пропади́ (про́падом)! — krijg de kolere/pest!;
да пропади́ он (про́падом)! — hij kan verrékken/ dóodvallen/de kolere kríjgen!;
без́ вести́ про́пасть ( v. — iem.) vermist ráken

2 verlóren/teniet gaan
все мой труды́ пропа́ли — al mijn werk was nútteloos, al mijn werk is zínloos (gebleken);
он пропа́л — het is met hem gedáan/gebeurd, hij is verlóren;
у меня́ пропа́л го́лос — ik heb geen stem, ik ben mijn stem kwijt;
у меня́ пропа́ла вся охо́та (к [3]/ — inf.) de lust in … is mij vergáan;
у меня́ сон пропа́л — ik was óver mijn slaap heen, ik had geen slaap meer;
всё́ пропа́ло — álles is verlóren, het spel is uit;
день́ пропа́л — de hele dag is weg;
за́ мной/тобо́й не пройдёт
1 dat komt in órde, dat komt wel goed
2 ik/ … zal je/ … het nog betáald zétten, je/ … krijgt nog met mij/ … te máken;
с ним нигде́́ не пропадёшь — met hem zit je altíjd goed;
пиши́́ пропа́ло! Spreek. — daar kun je naar flúiten!, het is naar de maan!;
ли́бо пан, ли́бо пропа́л́ Spreek. — eróp of erónder, álles of niets