I
m
1 méerpaal;
tuier(paal)
(по)ста вить́ на прико́л [ — schip] ópleggen;
uit de vaart némen;
стоя́ть/быть́ на прико́ле
( ovdr. : v. — machíne, vráchtwagen) búiten bedrijf zijn. niet gebrúikt wórden
●
2 Stijl. mop, grap. geintje het ; anekdóte
II ( int. ) sl. te gek!