Начните вводить слово:
Русско-голландский словарь
привяза́ть
( pf 6c; if привя́зывать; tr. )
1 vástbinden, vástknopen;
(met touw) vástmaken;
[hond, boot] vástleggen
2 (к [3]) ( ovdr. : iem. aan ínstelling, plicht; gegevens aan elkáar) verbínden aan;
(gegevens aan elkáar) kóppelen met/aan
3 genégenheid óproepen/ ópwekken bij