n
belémmering, beletsel het , hínderpaal, obstakel het , strúikelblok het , hándicap;
(bij atletíek) hórde;
( lett. / ovdr. ) sta-in-de-weg
взять препя́тствие — híndernis némen;
( — óver een híndernis) een sprong hálen;
полоса́ препя́тствий
э́то была́ ска́чка́ с препя́тствиями ( — ook ovdr. ) dat is gelukt, maar met hindernissen, dat ging niet zónder slag of stoot;
чини́ть́ препя́тствия [3] — iem. de weg verspérren, voor de voeten lópen