потряса́ющий
adj
gewéldig, voortréffelijk, enórm, verbazingwékkend, verplétterend, onthútsend, schítterend, verblúffend; ( v. índruk, schouwspel ) overwéldigend
потряса́юще! Spreek. — fantástisch!, schítterend!;
потряса́ющий неве́жда́ — een ontzéttend léeghoofd