adj
1 (op)gezwóllen, bólstaand
2 Spreek. verwáand, ópgeblazen, verwáten
наду́тый индю́ќ — ópgeblazen kíkker;
наду́тый
он хо́дит́ наду́тый как … — hij meet z. een air aan van …
●
3 Spreek. ( v. woorden, stijl) gezwóllen
4 Spreek. verongelijkt, prailerig, sip, gémelijk
ходи́ть́ наду́тым — met een verongelijkt gezícht róndlopen;