Русско-голландский словарь
надлежа́щий
adj
off. ( v. máatregel e.d. ) gepást, behóorlijk, veréist, pássend, juist, corréct; ( v. áchting, éerbied e.d. ) verschúldigd
приня́ть надлежа́щий вид́ ( v. — iets) gepaste/juiste vorm kríjgen; ( v. iem.: gezícht) gezícht in een gepaste plooi trékken: ( v. iem.) z. pássend gedrágen;
в надлежа́щем ви́де — zoáls het behoort, op betamelijke/gepaste wíjze;
надлежа́щие ме́ры́ — de daartoé dienende maatregelen, passende voorzieningen;
надлежа́щим о́бразом — zoáls het behoort, behóorlijk, déugdelijk, op betamelijke/gepaste wíjze