Москва́ f geog. Moskou het (hóofdstad v. Rus.); de Moskwa (rivíer waaraán Mos. ligt) река́-Москва́ ( — de rivíer) de Moskwa; до Москвы́ не переве́шаешь/ переве́шать́ [2] Arch. — ontzéttend veel (méestal m.b.t. belangen/waardevolle spullen); не сра́зу Москва́ стро́илась — Keulen en Aken zijn niet op één dag gebóuwd