МОЛОКО: значение слова

молоко́
n
melk
всоса́ть/впита́ть́ с молоко́м ма́тери — iets met de móedermelk ínzuigen;
грудно́е/матери́нское молоко́́ — móedermelk, zog ^het ;
от него́ как от козла́ молока́ Spreek. — hij deugt nérgens voor;
om него́, как от козла́ молоко́ ни ше́рсти, ни молока́ — je hebt helemaál niets aan hem;
концентрированное́ молоко́ — geconcentreerde melk;
ко́фе́ с молоко́м
— kóffie met melk, kóffie verkéerd;
кровь с молоко́м — kérngezond;
обжёгшись́ на молоке́, бу́дешь дуть и на во́ду — een ézel stoot z. geen twéemaal aan dezélfde steen;
молоко́ на губа́х не обсо́хло́ у [2] Spreek. — hij/ … is nog niet droog áchter de oren;
( — alléen v. jóngen) hij is een mélkmuil;
(то́лько) пти́чьего́ молока́ нет/недостаёт/не хвата́ет Spreek. — je kan het zo gek niet bedénken of het is er;
молоко́ са́мки́ ( v. — dier) zog ^het ;
сгущённое́ молоко́ — gecondenseerde volle melk met súiker;
снято́е́ молоко́ — táptemelk, óndermelk, afgeroomde melk;
сухо́е/порошко́вое́ молоко́ — póedermelk