f
jeugd, jóngeren, jonge mensen, jongelúi
за кем молодёжь, за тем и бу́дущее — wie de jeugd heeft, heeft de tóekomst;
золота́я молодёжь — rijkeluisjeugd, jeunesse dorée;
ны́нешняя/тепе́решняя́ молодёжь ↓ — de jeugd van tegenwóordig;
подраста́ющая́ молодёжь — oudere jóngeren, rijpere jeugd;
совреме́нная́ молодёжь — de jeugd van tegenwóordig