adj
( v. úiterlijk; v. hoedje e.d. ; díerbaar ) lief, knap, mooi;
(áanspreking tégen man) liefje, (mijn) lieve …
ми́ленькая ( — áanspreking tégen vrouw) liefje, (mijn) lieve …;
како́е ми́ленькое пла́тьице! — wat een snoes van een jurk!, wat een beeldige jurk!;
ми́ленькое де́ло! ( ir. ) — dat is me een mooie boel!;
каќ ми́ленький ☻ — braafjes, zoetjes;