Русско-голландский словарь ЛИК m 1 Arch. /hoogdr. geláat het , aangezicht het 2 ☺ (op icóon, v. zon, maan, áarde) aangezicht het 3 ☺ kerk. scháre, léger het , koor het лик святы́х́ — de scháren der héiligen; причисля́ть к ли́ку святы́х — héilig verklaren