коры́стный
adj
winstgévend, lucratíef, voordélig; ( v. iem., karakter ) baatzúchtig, winzúchtig, zelfzúchtig, hebzúchtig, geldbelust, op geld belúst, inhálig, inhalerig
коры́стная любо́вь́ — baatzuchtige/berekenende líefde, líefde om het gewin;
коры́стные побужде́ния́ — overwegingen van éigenbelang, zelfzuchtige motieven;
коры́стная цель́ — wínstoogmerk het ;
с коры́стной це́лью́ — met winstoogmerk;
в коры́стных це́лях́ ( — sterk neg.) in z'n éigen voordeel