Русско-голландский словарь ИДОЛ и́дол m 1 afgodsbeeld het , godenbeeld het сиде́ть/стоя́ть́ и́долом — als een (stand) beeld zítten/staan ● 2 Arch. áfgod, idool het 3 barg. ( depr. ) gróentje het (nieuwe gevángene met veel pretenties/kapsónes)