ЗАВИСЕТЬ: значение слова

Начните вводить слово:
Нажмите сюда, чтобы развернуть список словарей

Русско-голландский словарь

ЗАВИСЕТЬ

зави́сеть
( if 5a; от [2]) áfhangen, afhánkelijk zijn (van), in iem.s hánden líggen, aan iem. líggen
е́сли бы э́то от меня́ зави́село … — als het aan mij lag, …; als ik wat te zéggen had, …;
э́то зави́сит от него́ — hij heeft dat in zijn macht, daar heeft bij zéggenschap óver;
э́то не от меня́ зави́сит — ik heb hier geen recht van spréken;
быть́ зави́симым от [2] — het móeten hébben van;
всё́ зави́сит от него́ — het komt op hem aan;
зави́сеть друѓ от дру́га — op elkáar áangewezen zijn;
зави́сеть от ми́лости́ [2] — van de genáde van iem. áfhangen;
от него́ мно́гое́ (ма́ло что) зави́сит — hij heeft hier (niet) veel te zéggen;
мно́гое́ зави́сит от [2] — er staat heel wat op het spel bij;
ни от кого́ не зави́сеть — éigen heer en méester zijn;
зави́сеть от произво́ла [2] — overgeleverd zijn aan de wíllekeur van [de baas, de tirán, etc. ];
(с)де́лать всё от [2] зави́сящее — álles doen wat in iem.s vermógen/macht ligt;
ом сде́лал всё от него́ зави́сящее — hij heeft al het mogelijke/het zijne gedáan;
зави́сеть от случа́йности/обстоя́тельств́ — van het tóeval/de omstandigheden áfhangen