достиже́ние n 1 sb. v. дости́чь достиже́ние побе́ды́ — het behálen van de overwínning; достиже́ние реко́рдов́ — het véstigen van records; сре́дство к достиже́нию це́ли́ — middel tot een doel ● 2 prestátie (wat men bereikt; in sport. techníek); verwórvenheid ( v.d. tech. , maatsch., etc. ́ ) вы́сшее́ достиже́ние ( ovdr. ) — hóogstandje het ; sport. tópprestatie; нау́чные́ достиже́ния — wetenschappelijke prestaties; реко́рдное́ достиже́ние sport. — tópprestatie; достижения наро́дного хозя́йства́ — verworvenheden van de volkseconomie