ДОБРЫЙ: значение слова

до́брый
adj
1 góedig, goedhártig, goed; ( v. iem., hond ) goedáardig; ( v. karakter ) zacht, mild; ( v. raad ) welgeméend
будь добр(а), сде́лай э́то — wil jij dat éven doen?;
бу́дьте (так) добры́ — doet u mij het genóegen, wees zo goed;
бу́дьте добры́ посла́ть мне hnd. — gelieve mij te stúren;
бу́дьте добры́, скажи́те мне, как … — kunt u mij misschíen/ook zéggen, hoe …;
быть́ о́чень до́брым к [3] — heel goed voor iem. zijn;
ста́рые до́брые времена́́ — de goede óude tijd;
всего́́ до́брого ( — wens) veel goeds!, het béste!;
всего́ тебе́ са́мого до́брого — het ga je wel!;
до́брое де́ло́ — goed werk, goede daad;
до́брый день!́ — goeden dag!, goedemíddag!;
по добру́ по здоро́ву́ — héelhuids, zónder kléerscheuren;
до́брого здоро́вья!́ — wel moge het u bekómen!;
до́брое и́мя́ — goede naam;
до́брый ма́лый́ — vrolijke kérel;
до́брые наме́рения́ — goede voornémens;
добро́ пожа́ловать!́ — hártelijk wélkom!;
в до́брый путь!́ — goede reis!;
име́ть до́брое се́рдце́ — een goed hart hébben, het hart op de juiste plaats drágen;
до́брое у́тро! — goedemórgen!;
в до́брый час!́ — het ga je goed!, veel succes!;
чего́ до́брого Spreek. ( — tussenv.: wanneér iets onwenselijks wordt verwacht) misschíen zelfs (wel);
je kunt nooit wéten, voor je het weet, je kunt eróp wáchten;
он, чего́ до́брого, уходи́ть собра́лся! — hij wil toch niet wéggaan?!;
она́ рассе́рдится и́ли чего́ до́брого запла́чет — ze zal kwaad wórden of misschíen zelfs gaan húilen;
быть до́брым челове́кам — een goed hart hébben
●
2 Spreek. ruim
до́брых два/три/ … ме́сяца́ — een goede twee/drie/ … maanden;
до́брых два́дцать/три́дцать/ … миль́ — een slordige 20/30/ … mijl;
сто́ить до́брую со́тню́ — wel hónderd … kósten;
до́брый час́ — een dik/goed uur;
до́брый час ходьбы́ — een goed uur gaans;
че́рез до́брых два/три/ … часа́ — óver ruim twee/drie/ … uur