гри́вна f 1 hist. griwna (geld- en gewíchtseenheid, gebrúikt tot in de 15e eeuw: zílveren staaf met een wísselend gewicht (ong. 184-400 g)) 2 hist. dikke zílveren/góuden kétting 3 Arch. / Spreek. hist. гривенник 4 griwna (múnteenheid in Oekr.)