adj
1 belángrijk (ook v. hoge posítie);
belangwékkend, gewichtig, van betékenis; ( v. beslúit e.d. ) zwaarwégend
ва́жный вид́ ( — vaak ir. ) het z. gewichtig vóordoen, air d'importance;
ва́жный господи́н́ — een hele mijnhéer;
жи́зненно́ ва́жный ( v.
красота́ не важна́, лишь́ бы бы́ло … — het hoeft niet mooi te zijn, als het maar … is;
не́ ва́жно — doet er niet toe;
ва́жная пти́ца́ — een hoge piet/ome;
ва́жная роль́ — belangrijke rol;
мне ва́жно то́лько,́ что́бы … — het is mij er slechts om te doen …;
что́ ещё важне́е — en wat meer is, en wat méér zegt …;
[3] э́то ва́жно — er is iem. veel aan gelégen, iem. vindt dat belángrijk
●
2 wáardig, trots
ва́жный жест́ — pléchtig gebáar
●
3 uitstékend, gewéldig, faméus