БЛАГО: значение слова

Начните вводить слово:
Нажмите сюда, чтобы развернуть список словарей

Русско-голландский словарь

БЛАГО

бла́го
I
n
Arch. goed het , heil het , wéldaad, zégening
большо́е́ бла́го — een groot goed;
всех́ благ! Spreek. — het allerbeste!;
(по)жела́ть [3] вся́ческих́ благ — iem. veel heil en zégen wénsen;
бла́го для́ челове́чества — zégen voor de ménsheid;
для́ ва́шего бла́га — voor uw béstwil;
ни за каки́е бла́га в ми́ре — voor niets ter wéreld, voor geen geld ter wéreld, voor geen goud;
бла́га земны́е́ — aardse góederen;
на́ бла́го — ten goede;
на́ бла́го [2] — ten báte/ gerieve van, ter bevórdering/stíchting van, tot heil/ zégen van;
на бла́го ро́дины — pro patria;
на бла́го чело́вечества — tot heil der ménsheid;
для о́бщего́ бла́га — in het algeméen belang, tot nut van het algeméen, voor het algeméen welzijn;
на о́бщее бла́го — in het algeméen belang, tot nut van het algeméen, voor het algeméen welzijn;
социа́льные́ бла́га — sociale voorzieningen

II ( conj. ) Spreek. (vaak ir. ) dánkzij het feit dat
бла́го, что Spreek. ( — bij additionéel argumént) dit dánkzij het feit dat, dit te meer, omdát