база́р m 1 bazáar, markt у нас по суббо́там (откры́т) база́р — op zaterdagen wordt er markt gehóuden; благотвори́тельный база́р́ — fáncyfair; еженеде́льный база́р — wéekmarkt; идти́́ на база́р — gaan márkten; кни́жный́ база́р — bóekenmarkt; купи́ть на́ база́ре — op de markt kópen; нового́дний́ база́р — kerstverkoop; пти́чий́ база́р — néstplaats van zeevogels (op rotsen); база́р худо́жественных изде́лий — kúnstmarkt ● 2 sl. geouwehóer het , geklets het , gezéur het конча́й́ база́р ! — hou op met dat geouwehóer/gezéur
