het
( óver-, onderhemd ) руба́шка; ( overhemd ) руба́ха; ( v. man ) соро́чка; ( onderhemd van vrouw ) соро́чка; ( sport-, onderhemd ) ма́йка; ( Russisch: met zíjsluiting ) косоворо́тка
hij heeft geen hemd meer aan z'n gat — он гол, как со́кол;
het hemd is náder dan de rok — своя́ руба́шка бли́же к те́лу;
in zijn hemd staan ovdr. — оказа́ться в нело́вком положе́нии;
in zijn hemd zétten — поста́вить [4] в смешно́е /нело́вкое положе́ние;
hij voelde z. in zijn hemd gezét — он почу́вствовал себя́ о́чень нело́вко;
bij was tot́ op zijn hemd nat — он промо́к наскво́зь /до ни́тки /до косте́й, на нём (ни одно́й) сухо́й ни́тки не оста́лось;
iem. tot op het hemd úitkleden i.b.b. — разде́ть [4] догола́; ( bestélen ) обира́ть ( pf обобра́ть) [4] до ни́тки;
iem. bet hemd van zijn lijf vrágen — му́чить/заму́чить [4] вопро́сами;
hij zou het hemd van zijn gat wéggeven — он сни́мет /отда́ст с себя́ после́днюю руба́шку /руба́ху
Начните вводить слово: