РЕЗАТЬ: значение слова

Начните вводить слово:
Нажмите сюда, чтобы развернуть список словарей

Русско-голландский словарь

РЕЗАТЬ

ре́зать
( if 6a; tr. )
1 sníjden (ook als fúnctie v. scherpe instrumenten)
ре́зать дере́вья́ — bómen zágen;
ре́зать по живо́му́ Spreek. ( ovdr. : v. — beslíssing e.d. ) diep in het vlees sníjden, diep door de ziel sníjden;
нож́ не ре́жет — het mes snijdt niet;
но́жницы́ не ре́жут — de schaar knipt niet/doet het niet;
по се́рдцу́ резану́ло — het sneed me/ … door m'n/ … ziel;
ре́зать торф́ — turf stéken;
ре́зать чёлку́ — pony kníppen

2 ( pf разреза́ть) in stukken/ plákken sníjden
доро́га ре́жет по́ле — de weg doorsnijdt het veld;
ло́дка ре́жет во́дную гладь — de boot doorklieft het water;
ре́зать бискви́т/кекс/пиро́ѓ — cake in plákken sníjden;
ре́зать торт́ — taart in stukken sníjden

3 ( pf разреза́ть) [patiënt, orgaan] ópensnijden, operéren
4 ( pf заре́зать) [vee, kip] sláchten; Spreek. ( v. roofdieren ) [prooi] dóodbijten
5 ( pf заре́зать) ↓ te gronde ríchten
6 ((на [6]/по [3])) [áfbeelding, naam] íngraveren, inkerven;
gravéren, kérven (in [glas, hout])
ре́зать по де́реву́ — houtsnijden

7 (i/2sg./ pl. 0) ( v. riem, tas, hengsels e.d. ) sníjden in [nek, vel, huid];
( ovdr. : v. geluid, licht) pijn doen aan [ógen, oren];
( ovdr. : v. gemene woorden e.d. ) iem. pijn doen, kwéllen, píjnigen
реме́нь ре́жет (мне) плечо́ — de riem snijdt in mijn schóuder;
ре́зать глаза́/глаз ( v. — felle kléuren e.d. ) pijn doen aan je ógen; ( v. iets lelijks) een belédiging zijn voor het oog;
ре́зать у́хо/у́ши/слух ( v. — schel geluid e.d. ) pijn doen aan je oren; ( v. lelijke muzíek e.d. ) een belédiging zijn voor het oor, niet om aan te hóren zijn

8 ( pf сре́зать; на [6]) Spreek. iem. láten zákken voor [examen, wískunde];
iem. áfknijpen
9 (([3] [4])) Spreek. iem. iets onomwónden/recht voor z'n raap zéggen/vertéllen
ре́зать пра́вду/пра́вду-ма́тку́ в глаза́ — er geen doekjes om wínden, de díngen bij hun naam nóemen, man en paard nóemen, iets recht voor z'n raap zéggen

10 Stijl. (als vervánger v. vba. die een snelle, energieke hándeling áanduiden)
ре́зать по-англи́йски — een flink mondje/wóordje Engels spréken

11 ( pf сре́зать) sport. ( v. slag, bal e.d. ) [slag, bal] káppen/sníjden